Vijf vingers aan dezelfde hand kregen ruzie over de vraag wie van hen de belangrijkste was.
“Ik ben zeker de belangrijkste”, beweerde de duim, “omdat ik de sterkste ben. Bovendien gebruiken de mensen mij om aan te geven dat ze iets heel goed vinden.”
“Papperlapap!” zei de wijsvinger, “ik ben de belangrijkste, want ik ben de vinger van de wijsheid: de mensen gebruiken me om naar iets te wijzen.”
“Dat is toch belachelijk,” zei de middelvinger minachtend. “Ik ben de grootste en daarom zie ik het verst. Bovendien leerde de Boeddha dat de middenweg naar verlichting leidt. En ik sta in het midden van ons vijven.”
“Sorry, maar je vergist je,” zei de vierde vinger. “Ik ben de belangrijkste, want ik ben de vinger van de liefde. Wanneer twee verliefden zich gaan verloven schuiven ze mij een gouden ring om en als ze trouwen draag ik de ring van eeuwige trouw. Ik ben dus de vinger van de liefde en liefde is de grootste kracht van de wereld. Daarom ben ik de belangrijkste van ons allemaal.”
“Neem me niet kwalijk,” zei de pink na een moment van stilte. “Ik weet wel dat ik klein en niet bijzonder sterk ben. Over het algemeen schenkt men maar weinig aandacht aan mij. Maar …. als men zijn vingers verstrengelt en de handen tot een kommetje voor de borst vouwt om tot de Heilige te bidden, dan ben ik het dichtst bij het hart waar de Heilige woont en zo kan ik het meest belangrijke met jullie delen.”
De twee handen hoorden dit alles aan en werden er erg verdrietig van. Ze spraken tot de vingers: “Weet dat wij jullie als vingers heel hard nodig hebben, maar als jullie ruzie maken met elkaar om wie het beste is, kunnen wij ons werk niet meer goed doen. God gaf ons de taak om mensen te leren geven en nemen. Daarbij is ontvankelijk zijn van groot belang. Daar mogen jullie lieve vingers de mensen mee helpen. Zoals bij een moeder die toeziet dat haar kindje bij het nemen van zijn eerste stapjes niet valt en bemoedigend haar handen uitstrekt. Wij handen helpen haar daarbij.
Maar dat kan niet als jullie te veel verstrengeld zitten in elkaar.
Dus wees blij met wat jullie allemaal stuk voor stuk te bieden hebben en wees dankbaar dat wij gezamenlijk dit mooie werk mogen doen.
Samen bieden we deze wereld de helpende hand!